Renault Scenic, 20 jaar voorsprong

We spreken 1996 wanneer de eerste compacte MPV van de Europeesche auto industrie het daglicht ziet. De Renault Scenic maakt zijn opwachting, en zal dit met gemak 20 jaar volhouden. Ondertussen is de wagen 3 maal gewijzigd, en staat op stapel om opnieuw gewijzigd te gaan worden. Alle modelwijzigingen blijven het gedachtengoed van de oorspronkelijke ontwerpers volgen, namelijk het reizen in comfort, bruikbare technologie bieden, veilig zijn en voldoende prestatie’s leveren.

1996-2003: “Een uitnodiging om te gaan reizen”

De allereerste kennismaken van het publiek met de Scenic was reeds in 1991. De Scenic werd toen getoond als concept car op de Frankfurter Motor show. De wagen moest zijn plek gaan vinden tussen de in 1984 gelanceerde Renault Espace en de in 1993 te lanceren Renault Twingo. Het idee voor een compacte familie MPV kwam reeds in 1988 van Patrick Le Quément, directeur van de Renault Design afdeling.

De naam Scenic was niet zo maar een verzinsel, maar een afkorting voor “Safety Concept Embodied in a New Innovative Car”. De basis voor de Scénic was de Mégane, ergo dat we feitelijk praten over de Renault Mégane Scénic.

Hoewel kleiner dan de Espace, was de M

 

égane Scénic een comfortabele en welkome aanvulling voor gezinnen. De wagen werd ontworpen met gebruikmaking van de kinderen van de Renault medewerkers, hetgeen de vele opbergvakken welke zich her en der in de Scénic bevinden verklaard.

Vanaf de eerste Scénics waren de achterste zitplaatsen niet de gebruikelijke bank, maar drie afzonderlijke stoelen, die onafhankelijk van elkaar neer- en om te klappen waren, met klaptafeltjes op de rugleuningen van de voorstoelen en opslagruimte in de voetenruimte.

Oorspronkelijk was het de bedoeling iedere stoel anders te bekleden, zodat iedere gebruiker als het ware zijn eigen persoonlijke plek had. Dit is echter alleen uitgevoerd in de limited uitvoering van het model, de Kaléido, waarbij ook de kleur van de carrosserie in de bekleding terugkomt.

De ruimtelijke ervaring van de wagen werd nog vergroot in sommige uitvoeringen met een dubbel electrisch te bedienen zonnedak. Samen met de relatieve hoge zit gaf dit een riant uitzicht op de wereld omheen de Scénic.

Minder in het oog springend was dat Renault reeds was begonnen met het introduceren van een aantal nieuwe technische ontwikkelingen, die er voor moest zorgen dat de wagen recyclage vriendelijker zou worden dan auto’s op dat moment waren.

Deze eerste Scénic telg mocht de titel “European Car of the Year 1997” mee naar huis nemen, en zou in 1999 gerestyled worden.

2003-2009: De pioneer in MPV’s herbevestigd zijn voorsprong

Overige autofabrikanten hadden het succes van de Renault Scénic nauwlettend gevolgd en waren bezig met eigen modellen op de markt te zetten volgens dit concept. De Scénic kreeg nu rivalen zoals de Opel Zafira en de Citroën Xsara Picasso

Renault behield zijn voorsprong in het segment met de introductie van de Scénic II en heeft zijn leiderschap daarin nog steeds niet afgestaan. Het exterieur van de Scénic II werd afgeleid van de Mégane II hatchback en de voorgaande Scénic. Het erfde het compacte design van de Mégane II en de vlotte lijnen, was meer gestructureerd en geometrisch, zonder afbreuk te doen aan de kenmerkende gebruikersvriendelijke en uitnodigende interieur.

De Scénic II kwam er in 3 verschillende versie’s: een korte 5 zitter met een lengte van 4.30mtr
en twee lange versie’s van 4.50mtr die geleverd werden als 5 zitter of als 7 zitter.
Het dashboard werd geheel opnieuw ontworpen, en daarmee kwam de Scénic apart te staan van zijn Mégane oorsprong.

Door iedere vrije ruimte in te richten als opslag ruimte, herbevestigde de Scénic zijn leiderschap als praktische reiswagen. Nieuwe technologieën deden hun intrede zoals een automatische handrem, bi-xenon koplampen en een bandenspanning meetsysteem alsmede parkeerhulp.

De hoge zit en daarmee het voordeel van een goed overzicht bleef behouden. Het stuurwiel kwam iets verticaler te staan voor extra rij-comfort
, en heel bijzonder, de versnellingspook vond zijn plaats op het dashboard in plaats van tussen de voorzetels. Dit kwam zowel de ergonomie ten goede als snel en feilloos kunnen schakelen.

De Scénic II mocht ook een prijs mee naar huis nemen, en wel die van 5 sterren in de EuroNCAP test van 2003 als veiligste wagen in zijn categorie!

2009-2016: Focus op reizen en comfort

De derde generatie Scénic en Grand Scénic hadden hun debuut in Maart 2009 op de motorshow van Geneve.

De grootste verandering was het design verschil tussen de standaard Scénic en de Grand Scénic. Zo kreeg de Scénic de centrale lucht inlaat met een mat chromen finish, net zo als bij de Mégane Coupé. De Grand Scénic kreeg achterlichten die de vorm hadden van een boomerang, die langs de zijkant van de wagen een stukje naar voeren liepen, waar ze bij de gewone Scénic juist naar achteren liepen.

Trouw aan de eerste generatie Scénics, kregen ook de nieuwste Scénic veel opbergvakken. Het modulaire ontwerp van de auto ging nog een stap verder en ook de parkeerhulp had nu niet alleen geluid maar ook visuele begeleiding.

Rijcomfort werd verhoogd en ook de kwaliteit vande auto en de gebruikte materialen werd verbeterd. Nieuwe motoren deden hun intrede in zowel diesel als benzine uitvoering, welke prestatie’s combineerden met respect voor het milieu.

In 2011 kwam er nog een speciale Bose® Edition Limited model.
In 2012 kwam er een kleine wijziging aan de voorzijde van de auto en een aantal nieuwe motoren kwamen beschikbaar.

Ook deze Scénic III behaalde 5 sterren in de EuroNCAP crash test.